De Chaussée d’Amour in de Truiense deelgemeente Brustem is een onderwerp waar al veel over geschreven en gefilmd is. Het toneel voor de serie Chaussée d’Amour zorgde door de jaren heel echter al verschillende keren voor problemen. Daarom trekt N-VA nu ten strijde om deze ‘beschamende plek.’
Waarnemend burgemeester Jelle Engelbosch wil voor eens en altijd schoon schip maken met het stuk straat in Brustem waar in Sint-Truiden een grote concentratie aan eroshuizen is gevestigd. De buurt heeft door de jaren heel al verschillende keren voor problemen gezorgd. Brandstichting, bendes, schietpartijen maar ook vrouwenhandel zijn maar enkele elementen die al zijn voorgevallen in de buurt. En dan hebben we het nog niet eens over de gevaarlijke verkeerssituatie die de huizen met zich meebrengen.
Het gaat dus, aldus N-VA Sint-Truiden, niet om een afkeuring van prostitutie in zijn geheel. Wel willen ze komaf maken tegen de (illegale) praktijken en de overlast die in de bars in Brustem gebeuren.
Belastingen als drukkingsmiddel
In het verleden voerde voormalig burgemeester Ludwig Vandenhove al een belasting in om druk uit te oefenen op de eroshuizen. Het ging om een bedrag per ‘serveerster’ dat betaald moest worden. Via verschillende schimmige constructies zorgde de uitbaters van de bars er toen voor dat ze de belasting niet moesten betalen.
Dit leidde nog niet zo lang geleden zelfs tot een discussie tussen Ludwig Vandenhove en schepen van financiën Jo François. Vandenhove meende toen dat de Truiense begroting 340.000 euro misliep door een onwil van het stadsbestuur om deze belasting te innen. François maakte zich toen sterk dat de wetgeving van Vandenhove verouderd was en de eigenaars van de bars deze regel al lang hadden wisten te ontwijken. (Lees er meer over in dit artikel.)
Momenteel wordt onderzocht of de onroerende voorheffing voor de bars niet fors omhoog kan worden getrokken. De onroerende voorheffing is een belasting die wordt geheven op het jaarlijks geschat huurinkomen van een pand. Sinds 2019 kunnen lokale besturen beslissen om deze omhoog te trekken of te verlagen. Het mag echter niet gaan om een discriminerende maatregel. Stad Sint-Truiden moet er dus voor zorgen dat als zij zo’n maatregel willen toepassen ze goed het verschil maken tussen wat een eroshuis is en een gewone horecazaak.
Een ander idee dat Engelbosch en François hadden was met het dreigen af te nemen van vergunningen als een eroshuis al lang leeg staat of er al verschillende inbreuken zijn geweest tegen het GAS-reglement. Dit kan echter niet omdat de bars in Sint-Truiden alleen een tapvergunning moeten hebben om te kunnen opereren.