Eerder deze week bereikte ons het nieuws dat de zaken Bacchus en Bink nieuwe uitbaters zochten. Eerder in januari sloot de zaak Nishitan55 en raakte ook bekend dat de tearoom Venise te koop staat. Wat is er aan de hand op de Truiense Grote Markt en in de horeca in het algemeen?
Het probleem met de horeca in ons land is niet nieuw. Sinds corona heeft de sector moeite met weer op de been te geraken. Problemen met het vinden van vaardig personeel en de stijgende prijzen van producten, zijn maar enkele voorbeelden waar de sector mee te maken heeft. Op korte tijd zijn er ook verschillende horecazaken op de Truiense Grote Markt die sluiten.
Volgens de lokale horeca gaat het over toeval en situaties die altijd voorkomen in het ondernemende leven. Volgens hen loopt de Grote Markt zeker niet leeg en zijn er zelfs zaken bijgekomen zoals het Klokhuis. Maar de uitbaters menen wel dat de sector in het algemeen het moeilijker heeft gekregen.
Lees ook: Truiense Horeca spreekt na negatieve berichtgeving over sector.
Vernieuwen en (zelf) investeren
Net als bij handelszaken is het duidelijk geworden dat tegenwoordig de deuren openzetten en verwachten dat klanten binnenwandelen, niet meer werkt. Middenstanders (zowel horeca als handel) moeten zich constant opnieuw uitvinden. Dat vertelt ook Jerome Fontaine van bar en cadeauwinkel, Bard’eaux.
“Met Bard’eaux hebben we de unieke combinatie van cadeauwinkel en bar. Maar daar laten we het niet bij. We organiseren regelmatig evenementen die aansluiten bij ons concept. Zo hadden we een succesvolle kunstexpo in de Minderbroederskerk en zorgen we ervoor dat onze klanten op vrijdagen een leuk aperitiefmoment hebben in onze zaak. Maar het is enorm hard werken en een grote investering.”
Jerome Fontaine, Bard’eaux
Fontaine verwijst met deze laatste uitspraak naar het feit dat het de laatste jaren steeds moeilijker is geworden om een grote lening te krijgen bij de bank. Als (horeca)ondernemer heb je thans een goed krediet nodig. Niet alleen omdat je een pand moet huren (en vaak nog helemaal verbouwen), maar je moet ook voorraad inkopen, personeel voorzien, boekhouder betalen, enzovoort.
“Wij hebben geluk dat we veel zelf doen en kunnen rekenen op een paar vaste flexijobbers. Maar ook wij hebben enorm moeten investeren in het begin van onze zaak. Zeker als het op voorraad aankomt. Ook zijn de prijzen van veel producten gestegen, waardoor de marges kleiner worden. Ik schaam me er niet voor om te zeggen dat we ons in het begin vaak maar weinig loon hebben uitgekeerd om alles draaiende te houden.”
Jerome Fontaine, Bard’eaux
Eenzelfde verhaal horen we bij andere ondernemers. Zij wijzen ook op het feit dat het niet altijd makkelijk is om geschikt personeel te vinden.
Maar vernieuwing en mee zijn me de laatste trends is volgens Fontaine een belangrijke factor. Dat kan dan gaan over mee zijn met hoe je je zaak het best in de verf kan zetten via sociale media, het hebben van een webshop of deelnemen aan stedelijke evenementen zoals we onder andere zagen bij de reclamestoet bij carnaval.
Fontaine zegt wel nog steeds blij te zijn met zijn onderneming die hij samen uitbaat met zijn partner Louise. Het duo bracht vlak voor de feestdagen nog een eigen sterke drank uit om het bestaan van hun zaak te vieren.
Toerisme
Lokale handel en horeca moet het natuurlijk vooral hebben van mensen uit de streek die hen dagelijks bezoeken, toch is toerisme een belangrijke factor. Luc Withofs, gemeenteraadslid en al jaren actief in het horecawezen, vindt dat het stadsbestuur de laatste jaren te veel subsidies heeft uitgeleend aan evenementen en activiteiten die volk naar de randen van het stadscentrum trokken. Hij haalt onder andere de Bloesembar in Velm aan. Dit concept zou jaarlijks zo’n 10.000 euro subsidies van Stad Sint-Truiden ontvangen.
“Ik zal waarschijnlijk weer commentaar krijgen omdat ik het vermeld, maar een concept zoals de Bloesembar nu is, past niet en biedt oneerlijke concurrentie ten opzichte van de handel en horeca in het centrum. De Bloesembar is ooit begonnen als een concept van de hardwerkende Truiense dienst Toerisme. Daarna hebben enkele partners, waaronder ik, dit zonder subsidies uitgebaat. Later kwam er een andere uitbater en kreeg deze subsidies. Terecht, want een concept als de Bloesembar kan maar moeilijk bestaan zonder steun omdat het heel erg afhankelijk is van het weer. Maar de nadruk die het concept de laatste jaren krijgt is niet meer correct. Zo was afgesproken dat de Bloesembar geen evenementen zoals feesten zou organiseren. Dat doet het de laatste jaren wel. En ja, dat noem ik oneerlijke concurrentie. Onze stad heeft bovendien amper return op hun investering.”
Luc Withofs, gemeenteraadslid Sint-Truiden
Dat de Bloesembar dan weer de aandacht vestigt op onze streek ontkent Withofs niet. Net zoals de schaatsbaan in de Minderbroederskerk, haalt de Bloesembar wel jaarlijks het nationale nieuws. Maar of dat ervoor zorgt dat er ook meer mensen naar ons centrum trekken, betwijfelt Withofs.
Volgens de nieuwe schepen van Toerisme, Peter Deltour, gebeuren er echter verschillende acties om toeristen naar ons centrum te lokken.
“Onze Toeristische dienst werkt elk jaar keihard om een nieuwe toeristische gids te kunnen presenteren die tot ver buiten onze stad wordt verdeeld. Via de Trudopas, alsook verschillende stadswandelingen wordt ook het centrum gepromoot. Bovendien bedenken ze ook eigen activiteiten zoals de escape room vorig jaar in de Minderbroederskerk. Het is dus zeker niet zo dat wij niets doen om mensen naar ons centrum te lokken.”
Peter Deltour, schepen Toerisme
Belangrijk is hierin dat verschillende andere horeca-uitbaters de aanwezigheid van pop-up bars (gesubsidieerd of niet) niet misnoegen. Ze zijn blij als er iets gebeurd in de stad want diversiteit en activiteit, trekt volk.
Daarnaast is er ook de middenstandsorganisatie Shop & the City die voor het organiseren van evenementen en het voorzien van randanimatie, het verschil wil maken in onze stad.
Deltour verwijst echter ook naar de complexiteit van de discussie. Zo merkt hij op dat de factuur de laatste jaren voor iedereen is gestegen. Iets wat Jerome Fontaine ook meermaals herhaalt. De kosten stijgen en de marges worden kleiner.
Venice, Bink, Bacchus,….
Ondertussen is de Bink op de Grote Markt weer open. HBVL meldt dat de eigenaars van het pand nu tijdelijk zelf zullen instaan voor de uitbating tot ze een andere kandidaat hebben gevonden. De tearoom Venice staat over te nemen. Ook horecazaken buiten het onmiddellijke centrum zoeken nieuwe uitbating. Zo werd eerder deze maand bekend dat Vica een nieuwe uitbater zoekt.
Vanuit verschillende bronnen horen we tevens dat de komende maanden nog andere zaken hun deuren zullen sluiten. Vaak gaat het ook om oudere zaken die geen onmiddellijke opvolging hebben. Voor zaken als Nishitan55 gaat het om een concept waar onze stad nog niet rijp voor was. Natuurlijk zijn er de laatste jaren ook nieuwe zaken opengegaan zoals Bard’eaux en het Klokhuis dat het pand van de Klok heeft ingenomen. Dat er op korte tijd zoveel horecazaken sluiten geeft volgens veel uitbaters een vertekend beeld van de realiteit.
Volgens schepen Günther Dauw is de Grote Markt nog steeds een top locatie voor alles wat handel, horeca en evenementen aangaat. Zeker met extra’s zoals de wekelijkse zaterdagmarkt. Maar hij stelt zich vragen bij het gebrek aan diversificatie op de Grote Markt.
“Een goede locatie volstaat echter niet meer om te floreren. Klanten worden almaar kritischer en spenderen bewuster in die zaken waar ze een unieke beleving of uniek product kunnen vinden. Een gevolg daarvan is ook de verschuiving van horeca naar andere locaties zoals bv de Groenmarkt waar vroeger nauwelijks of geen horeca aanwezig was.
Günther Dauw, schepen Financiën
In dat opzicht zullen we op termijn ook moeten bekijken of de hele Grote Markt nog wel hoofdzakelijk met horeca moet of kan worden ingevuld en of dit niet breder moet worden open getrokken naar bv andere vormen van ondernemen en kleinhandel.”
Of de Truiense horeca leegloopt? ‘Tuurlijk niet,’ hoort onze redactie bij verschillende uitbaters. De Truiense horeca kent verschillende gemotiveerde ondernemers die volledig gaan voor hun zaak. Maak zij herhalen opnieuw dat de sector voor iedereen moeilijker is geworden. De factuur is voor iedereen gestegen. Maar zij vinden nog steeds dat Sint-truiden een toplocatie is om te ondernemen. Of dit nu met een handelszaak is of in de horeca.
De boodschap blijft dus om hen te steunen en meer in te zetten op een gezamenlijke dialoog.
