Stad Sint-Truiden gaat verder met het verkopen van hun patrimonium. Deze week raakte bekend dat het bestuur zal overgaan tot de verkoop van twee hoeves en landbouwgrond. De eigendommen behoren tot het patrimonium van het Truiense Zorgbedrijf. Het bestuur doet dit om begrotingstekorten te dichten.
De stadskas staat er niet goed voor. Daarom heeft het Truiense stadsbestuur deze legislatuur werk gemaakt van lijsten met patrimonium die de stad kan verkopen. Kersvers schepen van Financiën Günther Dauw zegt in HBVL dat zijn voorganger, Jo François, de tijd heeft genomen om alle eigendommen van Stad Sint-Truiden op te lijsten en te kijken welke rechten er op deze eigendommen golden. Op deze manier kon het bestuur bepalen welk patrimonium verkocht kon worden.
Stad Sint-Truiden heeft momenteel 57 hectare landbouwgrond te koop maar zal dit uitbreiden naar 900 hectare. Op dit moment zou er een hoeve in Terbeek en West-Vlaanderen (Veurne) te koop worden gezet. Schepen van Financiën Dauw hoopt dat deze verkoop van in totaal 17 hectaren tussen de 6 en 7 miljoen euro zal opbrengen. (Bron)
Verkoop patrimonium geen effect op dienstverlening Zorgbedrijf
Voorzitter Zorgbedrijf en schepen Pascy Monette meldt op HBVL dat hij de verkoop van het patrimonium steunt. Monette legt uit dat de gronden die nu verkocht worden deel uitmaken van de eigendommen van het Truiense Zorgbedrijf (vroegere OCMW). Hij geeft ook toe dat in het verleden de inkomsten van de verpachting van deze gronden werden gebruikt om cliënten van het Zorgbedrijf te ondersteunen. De inkomsten hieruit zouden elk jaar een half miljoen euro bedragen.
De schepen stelt dat de verkoop van patrimonium geen invloed zal hebben op de dienstverlening naar Truienaren die steun nodig hebben. Normaliter kan eigendom van het OCMW ook niet zomaar verkocht worden. Meestal kan dit pas als de opbrengst zou dienen voor een specifiek doel tvv de organisatie. Maar volgens Monette is de wetgeving intussen zo aangepast dat dit wel kan.
Oppositie wil andere aanpak
De Truiense oppositie is al lang geen fan van de manier waarop de Truiense eigendommen worden verkocht. In de eerste plaats vinden ze dat er te vaak onduidelijkheid is over de lijsten met de te verkopen onroerende goederen. Bovendien menen ze dat de verkoop van deze goederen niet correct verloopt.
Zo moet het stadsbestuur eigendommen te koop stellen via openbare procedure. Het bestuur moet wettelijk deze verkopen zo breed mogelijk bekend maken. Op deze manier kan iedereen die wil een bod uitbrengen. Dit gebeurde in het verleden volgens de oppositie niet op een correcte manier.
Deze kritiek heeft het stadsbestuur recentelijk aangepakt. Op hun nieuwe website werd de pagina met patrimonium dat te koop staat, duidelijker naar vore geschoven. De pagina staat op de home page van de website en is een van de uitgelichte knoppen. Er is zelfs de mogelijkheid om je in te schrijven op een vastgoed nieuwsbrief. (Pagina kan je hier vinden.)
Geen structurele aanpak
De voornaamste kritiek van de Truiense oppositie is echter dat het stadsbestuur te snel overgaat tot verkoop van gronden/eigendommen die op een later moment nuttig kunnen zijn voor de gemeenschap. We denken zo bijvoorbeeld aan de kritiek van oud-burgemeester Ludwig Vandenhove die wou dat het stadsbestuur domein Terbiest aankocht. Vandenhove zag in het domein een plaats voor de vele Truiense verenigingen die steeds op zoek zijn naar een vast lokaal.
Gert Stas meent dan weer dat de verkoop van het OCMW-patrimonium een slag in het gezicht is van de schenkers die doorheen de jaren in hun testament eigendom nalieten aan het Truiense OCMW.
Peter Van Dam benadrukte al vaak dat de stad door de verkopen kostbaar groen opoffert dat zou kunnen dienen voor andere projecten.
Feit blijft wel dat de Truiense begroting dringend aangevuld moet worden. Ongetwijfeld zal dit onderwerp een centrale rol innemen tijdens de verkiezingen van volgend jaar. Het is uitkijken naar de voorstellen van alle politieke groepen in onze stad hierover. Veel duidelijkheid over hoe zij het zouden aanpakken tov de huidige aanpak is er tot op heden niet.
