Het einde van het jaar betekent traditioneel dat de begroting van Sint-Truiden besproken wordt. Net als vorig jaar eindigde het debat in een technische discussie. Eén ding is duidelijk, het wordt een moeilijke toekomst voor Stad Sint-Truiden.
Sinds onze stad van een SP.A- naar een CD&V-meerderheid is overgegaan is de stadsschuld een groot twistpunt. CD&V had namelijk bij hun aantreden beloofd deze naar beneden te halen. De stadsschuld was onder het vorige beleid volgens hen te groot geworden.
De nieuwe meerderheid koos echter voor een andere weg. De oude stad Sint-Truiden onderging een metamorfose. Niet alleen de Grote Markt werd opnieuw aangelegd maar er kwam ook een nieuwe sporthal op de Veemarkt alsook een nieuw zwembad.
Het resultaat is een verhoogde stadsschuld die elk jaar voor een hevig debat zorgt. Wij somden de belangrijkste punten even voor jullie op.
Verhoogd of verlaagd?
Volgens de oppositie is de stadsschuld enorm toegenomen. Gert Stas zegt dat de bestuursploeg begon met een schuldgraad van 71 miljoen euro. Deze zou volgens hem nu rond de 130 miljoen euro liggen. Wat neer zou komen op een schuld per inwoner van een 3000 euro. Hij werd in dit punt bijgetreden door Peter Van Dam en Carl Nijssens.
Schepen van financiën Jo François beweert echter dat de cijfers van Stas niet kloppen. In 2018 (toen N-VA in de oppositie zat) werd de begroting van het Truiense OCMW immers niet meegeteld in de totale begroting. Iets waar François, als oppositielid, hard naar uithaalde. Het OCMW moest in die periode namelijk als entiteit fuseren met de stad. Hun schulden moesten dus worden meegerekend. Wat volgens François de schuld per inwoner boven de 4000 euro bracht en nu in 2022 dus een daling van de schuld per inwoner zou betekenen.
Wie nu gelijk heeft is niet duidelijk. Wat wel vaststaat is dat de schuldgraad van onze stad rond de 130 miljoen euro ligt. Een getal waar zelfs een fusie geen grote deuk in kan brengen. Vlaanderen neemt maximum 50 miljoen euro stadsschulden over van gemeentes die vrijwillig fuseren.
Uitgestelde projecten
De komende jaren gaat Stad Sint-Truiden investeren in verschillende projecten. De ontharding van de Veemarkt, de afwerking van de fietsring, de herwaardering van het Speelhof en de burcht van Brustem, zijn enkele voorbeelden. Wat voor zich spreekt zijn de projecten die niet meer zullen uitgevoerd worden. Een nieuw stadswerkhuis en de renovatie van het administratief centrum bijvoorbeeld worden allemaal doorgeschoven naar 2024 en later.
Verschillende oppositieleden merkten ook besparingen op. Ann Knaepen haalde de besparingen aan in Bibliotheek Toni Coppens. Zowel op vlak van personeel als aankoop van stukken zijn er volgens haar problemen. Ook andere diensten zoals dienst Toerisme merken een daling in hun werkingsbudget.
Het stijgen of dalen van budgetten voor diensten en het uitstellen van projecten zijn natuurlijk ook politieke keuzes. Het verschuiven van bepaalde projecten moet dus niet alleen gezien worden als een uitstel door gebrek aan budget maar ook een gevolg van de nieuwe politieke evenwichten. Het hete hangijzer van de herbestemming van de abdijsite, waar voormalig schepen Engelbosch nog een plan voor maakte, alsook de herbestemming van de Minderbroedersite, zijn stille getuigen hiervan.
De twistappels AGOST en lonen van het politiek personeel
De grootte discussie van de avond was echter niet de stadsschuld. Die eer was weggelegd voor de alarmbelprocedure van AGOST en de vermeende verhoging van de lonen van het politiek personeel (het schepencollege).
Lonen schepencollege
Het was Peter Van Dam die het vreemde cijfer op de begroting opmerkte. De lonen van het schepencollege zouden geïndexeerd worden met 17,4%. Die van de gemeenteraadsleden met 1,8%. Volgens Jo François is de meerderheid echter niet van plan om zichzelf hogere lonen uit te trekken. Waarom dit dan in een meerjarenbegroting is opgenomen, is niet duidelijk.
François ging het cijfer laten bekijken maar verwees naar een nieuw programma,Lima, dat op maandbasis de loonkost per medewerker (gewoon administratief personeel, politiek etc) berekent. Het zou om indexsprongen gaan. Maar François herhaalt dat de Truiense schepenen zich geen extra loon gaan uitkeren.
AGOST
Het autonoom gemeentebedrijf AGOST is al jaar en dag een doorn in het oog van de Truiense oppositiepartij Vooruit. Allereerst omdat veel beslissingen volgens hen worden weggehouden van de raad van bestuur, waar zij lid van uitmaken. Ook Peter Van Dam bevestigt deze werking.
Het grootste probleem voor de oppositie is echter dat AGOST enorm verlieslatend is. Zo verlieslatend zelfs, dat Stad Sint-Truiden AGOST een lening van 2 miljoen euro moet geven om draaiende te blijven. Anders dreigt AGOST in een alarmbelprocedure te belanden.
AGOST is een autonoom gemeentebedrijf dat zich inzet voor stadsvernieuwing en het beheer van onroerend goed. Dit doen ze oa door de leegstand in onze stad aan te pakken. AGOST koopt zo bijvoorbeeld verloederde panden op, sloopt deze of verkoopt deze aan projectontwikkelaars. Denk maar aan de oude wasserij in de Stapelstraat die onlangs werd afgebroken of het tankstation aan het Ridder de Menten de Horneplein dat aan een projectontwikkelaar werd verkocht.
Het probleem met AGOST is dat ze het vastgoed altijd tegen een lagere prijs verkopen, waardoor ze verlies maken. Het stadsbestuur meent dat dit het doel is van AGOST. Een stad hoeft immers geen winst te maken.
Gert Stas was het eens met deze stelling maar bracht een nuance aan: AGOST verliest zoveel geld dat het stadsbestuur geld in de organisatie moet pompen om ze draaiende te houden. Ondertussen hekelt Vooruit ook dat een groot deel van het stadspatrimonium (landbouwgronden, vastgoed, etc.) wordt verkocht om de schulden van de stadskas te verminderen. Zij pleiten al even dat dit volgens hen niet correct gebeurd en altijd tegen een te lage prijs.
Conclusie
In 2012 koos de Truienaar voor een nieuwe meerderheid in onze stad. Niet lang daarna volgden de eerste grote werven. Aan het einde van de bijna 2 legislaturen heeft Sint-Truiden als stad een ware metamorfose ondergaan. Dat zie je aan de stad maar ook aan de stadskas. Twee jaar voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen is de stadsschuld enorm gestegen. Momenteel ligt er, buiten de verkoop van patrimonium, ook maar bitter weinig op tafel dat deze put te vullen. Zelfs een fusie zou niet veel helpen.
De ploeg die na 2024 deze erfenis op zich neemt, heeft dus een dubbele taak te vervullen. Ze moet niet alleen een visie hebben om de stad verder klaar te stomen voor de toekomst. (En een mogelijks verplichte fusie door Vlaanderen). Ze moeten ook heel goed kunnen tellen en kennis van zaken hebben. Zowel het schepencollege als hun gemeenteraadsleden gaan met voorstellen moeten komen die voor een groot deel gefinancierd kunnen worden door subsidies. Veel uit te geven is er immers niet. Het moet bovendien een ploeg zijn die weet dat de al verzwakte stadsdiensten niet verder afgebouwd moeten worden. De stadsdiensten bewijzen namelijk telkens weer dat hun expertise ondanks dalende budgetten Sint-Truiden niet alleen op de kaart zet maar ook doet leven. De Toeristische dienst, het bestuur van het Truiense CC en de Jeugddienst, met succesvolle evenementen als Lichtjes in het Park zijn daar enkele voorbeelden van.
De inzet voor 2024 lijkt dus steeds meer te draaien over wie de ploeg naar vore kan schuiven die een antwoord kan bieden op de schandaalpolitiek. Maar ook de ploeg die voldoende know-how op tafel kan leggen.